Column Manon Heiliegers: Het gebruik maken van je verkeerde been

“Toen ik 9 jaar oud was, speelde ik tussen de jongens als verdediger in de E1. De trainers die ik toen had waren constant bezig om ons beter te maken, vooral op het gebied van tweebenigheid. Ik voetbalde toen al vier jaar, maar in de E1 werd ik voor het eerst gedwongen om een oefening zowel met rechts als met links uit te voeren. In het begin deed iedereen daar een beetje lacherig over, want ik was toen allang blij als ik de bal met rechts op doel kreeg. Maar langzaamaan begon iedereen het meer te proberen. Elke training ging het beter en werd het makkelijker. We kregen steeds meer gevoel in ons verkeerde been en begonnen hem ook steeds vaker te gebruiken. De tijd van helemaal om je lichaam heen draaien om een bal te kunnen schieten met je goede been, was voorbij.

Tijdens een wedstrijd aan het eind van dat seizoen kregen wij een vrije trap zo’n zeven meter van het doel af. Nu lijkt zeven meter helemaal niets meer, maar voor die leeftijd was het best een afstand. Eén van mijn trainers riep dat ik hem moest nemen, dus ik legde de bal neer en nam een aanloop. Ik weet nog dat vlak voordat de scheidsrechter floot mijn trainer riep: ‘Manon, met links!’. Ik zette een paar stappen naar rechts zodat de bal voor mijn linkerbeen lag, nam een aanloop en schoot de bal hard en hoog onder de lat. Op dat moment was ik vooral blij dat ik een keer een doelpunt had gemaakt, maar nu, tien jaar later, besef ik pas hoe bijzonder dat doelpunt eigenlijk was. Niet zozeer dat de bal er mooi inging, maar vooral hetgeen wat daarvoor gebeurde. Gecoacht worden dat je één van je weinige kansen om een doelpunten te maken met je verkeerde been moet nemen, maar zonder tegenspraak of verbazing gewoon doen waar je al die trainingen mee bezig bent geweest. Zonder twijfel en met de volle overtuiging die bal met links raken waarbij niemand zou zeggen dat dit schot met mijn verkeerde been werd genomen. Dat vind ik nu veel belangrijker en mooier om aan terug te denken dan het feit dat ik een doelpunt maakte. Iets met zoveel overtuiging en vertrouwen doen waarvan je een paar maanden terug nog helemaal niets kon.

Tegenwoordig doe ik eigenlijk net zoveel met mijn linkerbeen als met mijn rechter, wat zo ongelofelijk veel voordelen heeft. Sterker nog, ik heb dit seizoen tot nu toe 7 doelpunten gemaakt waarvan 2 met recht en 5 met links! Als ik het nooit had gedurfd en geprobeerd om mijn linkerbeen te gebruiken, was ik als voetballer een stuk beperkter geweest dan dat ik nu ben. En dat allemaal door de woorden: falen is niet erg, het niet proberen wel.”

Manon Heiliegers
Speler Quick Boys Vrouwen 1

Geef een antwoord