Instroom (meer) beloftenteams: doodsteek amateurvoetbal

K.v.v. Quick Boys is op fundamentele en sportieve gronden sterk tegenstander van iedere instroom van beloftenteams (teams van betaald voetbalorganisaties: lees beroepsvoetballers) in het amateurvoetbal. Naar onze mening gebruikt de KNVB op deze manier het amateurvoetbal om haar ‘belangrijkste’ tak te faciliteren: het profvoetbal. Dit kan nooit te de bedoeling zijn. Het amateurvoetbal is uniek, heeft haar eigen doelstellingen, is heel belangrijk voor het totale voetbal in Nederland en moet daarom worden beschermd tegen visies die de schijn hebben te zijn bedacht door mensen die het amateurvoetbal zelf niet doorgronden en/of andere belangen moeten dienen. Als een van de grootste amateurverenigingen van Nederland wil Quick Boys de noodklok luiden voor het dreigende gevaar als gevolg van de plannen om nog meer beloftenteams te laten instromen in de amateurtak. De kans is aanwezig dat dit o.a. via de Hoofdklassen gaat gebeuren, waar de clubs niet zullen staan te juichen. Overigens zouden ze reglementair via de Vijfde Klassen moeten instromen, waardoor competities jarenlang sportief verstoord zullen worden met alle gevolgen van dien. Hierna worden de negatieve effecten van de instroom van beloftenteams in een amateurcompetitie beschreven, mede ingegeven vanuit de praktijk.

Quick Boys is voorstander van de licentie-eisen
Gegeven alle discussies die gevoerd worden over de voetbalpiramide en de ‘nieuwe’ licentie-eisen voor de tweede en derde divisie zullen we eerst de visie van Quick Boys uiteenzetten. Quick Boys is niet mordicus tegen de nieuwe voetbalpiramide, hoewel het verlangen naar de oude Hoofdklasse met al haar mooie derby’s in alle geledingen van de club nog steeds sterk aanwezig is. De doorstroming naar de Jupiler League had naar onze mening ook kunnen worden gerealiseerd zonder invoering van de Tweede Divisie als tussenlaag. Verder wordt het amateurkampioenschap van Nederland node gemist. De finalewedstrijd(en) tussen de diverse kampioenen met al hun historie, de ouderwetse ‘Cup Final’ sfeer en flinke aantallen toeschouwers waren altijd hele goede reclame voor het amateurvoetbal in Nederland.

Verder zien wij de invoering van de nieuwe licentie-eisen in het algemeen als een goede zaak voor het amateurvoetbal. Bijvoorbeeld: doordat clubs moeten voldoen aan financiële eisen neemt het risico op faillissement af, waardoor competities eerlijker kunnen verlopen. Wanneer een club halverwege uit de competitie wordt gehaald vanwege financiële problemen wordt een oneerlijk competitieverloop in de hand gewerkt: mooi als je eerder punten hebt verspeeld tegen zo’n club, maar heel zuur als je ze juist hebt gepakt. Situaties die zich in het amateurvoetbal helaas al vaker hebben voorgedaan. Ook op het gebied van jeugdopleiding, kennisniveau van (jeugd)trainers, veiligheid etc. is het goed dat er eisen worden gesteld door de KNVB. Dit alles versterkt het fundament van het amateurvoetbal.

Als je kijkt naar de opstelling van clubs als het gaat om de licentie-eisen die gelden voor spelerscontracten in de tweede en derde divisie kun je drie categorieën onderscheiden:

Bestaansrecht
Voor sommige clubs is de eis om een bepaald aantal spelers voor 12 uur op de loonlijst te zetten tegen 100% van het minimumloon financieel simpelweg een te grote belasting. Die hebben daar niet de middelen voor. Voor clubs die hier niet aan kunnen voldoen komt het bestaansrecht in de tweede of derde divisie in gevaar. Dat is natuurlijk heel zuur. Puntenaftrek en/of volgend seizoen niet meer worden ingedeeld in de tweede of derde divisie kan dan het gevolg zijn. Hiermee kan een club in een negatieve spiraal terecht komen met alle gevolgen van dien. Vergeet daarbij ook het sociale aspect niet: de pijn die dit bij vrijwilligers en supporters teweeg zal brengen. Financieel zal dit eveneens effecten kunnen hebben, omdat sponsors wellicht afhaken. Kortom: een destructief scenario en niet in het belang van het amateurvoetbal.

Principieel
Tegenstanders uit deze categorie hebben als stelling: wij zijn een amateurclub dus we sluiten geen contracten af, gedwongen door de KNVB. Heel veel van deze principiële clubs betalen gewoon hun spelers en keren netjes premies en fiscale afdrachten uit. Dit alles is ook vastgelegd in een contract. Maar het is een zelf gekozen relatie en niet opgelegd door de KNVB. Soms dienen ook de statuten van de club te worden veranderd om te voldoen aan de licentie eis mbt contracten. Quick Boys respecteert de principes van deze clubs (‘bende van 14’ worden ze al genoemd). In deze groep zitten trouwens ook clubs uit de eerste categorie. Een aantal clubs die wel aan alle licentie-eisen voldoet heeft recent een oordeel over deze groep naar buiten gebracht dat enigszins onzuiver en bovendien niet echt collegiaal kan worden genoemd. In de voetbalwereld heeft men vaak de neiging om vanuit alle (onmogelijke) hoeken te schieten. De KNVB is er om de regels te handhaven en te toetsen. Maar wanneer een KNVB-vertegenwoordiger zegt dat het amateurvoetbal eigenlijk al lang niet meer bestaat omdat er wordt betaald en al wordt gewerkt met contracten slaat je echt de schrik om het hart, omdat blijkbaar de essentie van de discussies totaal niet wordt doorgrond.

Neutraal
Clubs als Quick Boys hebben geen principiële bezwaren en kunnen ook makkelijk voldoen aan de licentie-eisen. We vinden niet dat onze overtuiging als amateurclub wordt verloochend door te voldoen aan de contracteisen. Zowel spelers van buiten als eigen spelers krijgen een financiële beloning voor het spelen bij Quick Boys. Daar moet je niet geheimzinnig over doen. De tijd dat spelers voetbalden voor een biefstuk bij de slager en paar voetbalschoenen is gewoon voorbij.  
Sommigen mensen zeggen dat het niet-betalen van spelers onlosmakelijk is verbonden met de amateursport. Maar om vervolgens vanuit deze stelling de conclusie te trekken dat je géén amateurclub meer bent als je spelers betaalt is wel heel krom. Amateurclub ben je vanuit je DNA, beleving en doelstellingen. Wij streven geen economische belangen na, zoals profclubs waar spelers bezittingen zijn op de balans en die als doel hebben deze spelers uiteindelijk met zo veel mogelijk winst te verkopen. Ons gaat het om fijn samen sporten voor jong en oud en kijken naar het voetbal in een familiaire context met soms prestatieve doelstellingen, waarbij verbondenheid met elkaar en herkenbaarheid voorop staan.

Quick Boys is mordicus tegen beloftenteams c.q. profteams in het amateurvoetbal
Het door de KNVB introduceren van beloftenteams in het amateurvoetbal heeft de volgende ongewenste gevolgen:

Het is slecht voor de jeugdopleiding
Een goede jeugdopleiding is belangrijk voor een amateurclub, maar ook voor het totale voetbal in Nederland. Door eigen jeugd te kunnen laten doorstromen naar het eerste elftal bevorder je de beleving in de club, krijg je een betere motivatie bij de jeugdspelers en uiteindelijk leidt het ook tot minder kosten voor het eerste elftal. De instroom van beloftenteams in de amateurcompetitie (met de zegen van de KNVB) zorgt voor allerlei ongewenste effecten die nadelig zijn voor de eigen jeugdopleiding. Op termijn is dit ook niet goed voor het totale voetbal in Nederland. De beloftenteams zijn beroepsvoetballers en professioneel georganiseerd. Ze trainen minimaal zo’n vijf keer in de week en worden als beroepsvoetballers relatief goed beloond. Een goed voorbeeld is het beloftenteam van AZ dat in de Tweede Divisie speelt. Eigenlijk is de vraag niet of zij kampioen worden, maar wanneer. Tegen dit team is normaliter geen enkel amateurteam opgewassen. Als je als amateurclub wilt spelen voor het kampioenschap moet je dus meer spelers gaan halen die op profniveau kunnen acteren. Meestal zijn dat ex-profspelers, die mogelijk de plek innemen van een jong talent uit eigen kweek. Natuurlijk zijn er ook beloftenteams die het nu nog moeten afleggen tegen een (top) amateurteam. Maar het zal niet lang meer duren voordat deze teams de slag ook gaan winnen. Het doel is immers om sterker te worden door het spelen tegen topamateurs. Met alle middelen die de betaalde clubs hebben zal dit op termijn ook zeker gaan gebeuren. Als je als amateurclub in dit geweld wilt meedoen om de prijzen dan zal er weinig of geen plaats meer zijn voor de eigen jeugd. Door deze ontwikkeling zal de demotivatie snel toeslaan bij de jeugdspelers, de mensen die het jeugdselectievoetbal (vrijwillig) organiseren en de besturen die budgetten vrijmaken voor een goede jeugdopleiding. Met als ultiem destructief scenario dat de brede en sterke structuur van de huidige amateurjeugdopleidingen in Nederland wordt uitgehold. Op termijn zal hierdoor het algehele niveau van het voetbal in Nederland dalen. Veel profvoetballers zijn ooit begonnen in een (goed georganiseerde) amateur-jeugdopleiding. Het is dus ook voor het Nederlands profvoetbal van belang dat het bestaansrecht van deze opleidingen wordt gewaarborgd! Dat is gewoon een kwestie van logisch redeneren. 

Het leidt tot fors hogere kosten en minder inkomsten
Als je wilt spelen om de prijzen moet je dus als amateurclub fors meer gaan investeren in je eerste team waardoor je als club ook in de problemen kan komen, vooral als het niet lukt. Als ambitieuze amateurclub heb je dus twee keuzes: het budget fors verhogen om hopelijk mee te doen voor de prijzen, of accepteren dat je op z’n best in de middenmoot vertoeft. De ervaring leert dat de reiskosten verder zijn gestegen door de komst van beloftenteams.  En natuurlijk moet er onderweg een sportmaaltijd worden genuttigd met de staf en spelers. Dit kost ook weer geld. Daar tegenover staat dat beloftenteams vrijwel géén toeschouwers meenemen. Dit scheelt amateurclubs behoorlijk wat aan inkomsten. Bovendien wordt de kans groter dat een deel van de eigen supporters afhaakt door gebrek aan derby’s, zeker wanneer veel clubs al halverwege de competitie om des keizers baard spelen zoals momenteel in de Tweede Divisie het geval lijkt.

Het leidt tot competitievervalsing
De KNVB heeft regels opgesteld om competitievervalsing te voorkomen. Zo mogen per wedstrijd maximaal twee spelers van het eerste elftal worden meegenomen en die zijn alleen speelgerechtigd als ze in de voorgaande competitiewedstrijd van het eerste minder dan een helft hebben gespeeld. Er zijn wel wat meer beperkingen opgesteld, maar dat kan meer worden gezien als een doekje voor het bloeden. Zo zijn er weer dispensatieregelingen als een speler van het eerste team van AZ of Twente, Volendam etc. meer dan vijf wedstrijden niet heeft kunnen spelen als gevolg van een blessure. Een amateurclub prijst zich al gelukkig als er géén spelers meedoen uit het eerste team van de profclub. Er zijn spelers die in hun eentje meer verdienen dan de hele amateurselectie van de tegenstander bij elkaar opgeteld. Wanneer je in het weekend tegen een beloftenteam speelt kan de speeldag van hun eerste elftal al veel uitmaken. Was dat bijv. de vrijdag ervoor, dan is de kans nog groter dat je een tegenstander treft met 1 of meer topspelers die om welke reden dan ook niet (of minder dan een helft) hebben meegedaan met het eerste. Zij kunnen vaak net het verschil maken waardoor je als amateurteam aan het kortste eind trekt. Het is kortom een soort loterij voor de amateurteams. Conclusie: je reinste competitievervalsing.

Het is slecht voor de beleving van het amateurvoetbal
Zoals gezegd nemen de beloftenteams vrijwel geen supporters mee. Tijdens een wedstrijd tegen een beloftenteam mis je dan ook een gezonde sfeervolle sportieve rivaliteit. Uitwedstrijden vinden meestal plaats in een vrijwel leeg stadion of op een bijveld. De vaak troosteloze sfeer doet afbreuk aan de beleving die het amateurvoetbal groot heeft gemaakt. In de Tweede Divisie is halverwege het seizoen de competitie al gespeeld met jong AZ als de voorspelbare kampioen. Dit kan toch niet de bedoeling zijn van de beleidsmakers?

Het staat een ongelijke behandeling toe binnen dezelfde competitie
In de huidige situatie mag een eerste elftalspeler van een profclub die een rode kaart krijgt de volgende wedstrijd wel gewoon spelen in het beloftenteam onder bepaalde voorwaarden. Een speler van een amateurclub staat na direct rood verplicht langs de kant tijdens de volgende wedstrijd. Binnen één competitie worden spelers dus verschillend behandeld! In het voetbalspel moeten voor iedereen dezelfde spelregels gelden.

Conclusie
De introductie van beloftenteams in het amateurvoetbal is volgens onze visie structureel slecht voor het amateurvoetbal. Uiteindelijk is en wordt het een ongelijke strijd tussen beroeps- en amateurvoetballers en wordt de unieke (sociale) structuur van het amateurvoetbal in Nederland uitgehold. Wij kiezen voor het amateurvoetbal: lekker op zaterdag en op zondag al die recreatie- en jeugdselectieteams laten voetballen en ‘s middags voor een volle bak een mooie derby spelen. En daarna gezellig met elkaar verenigen in het clubhuis en/of sponsorhome. Daarbij is een gezonde financiële basis van groot belang voor de toekomst van elke amateurclub op welk niveau dan ook.

Wat ons betreft zet de KNVB de amateurclubs nog verder buitenspel met de introductie van meer beloftenteams in het amateurvoetbal!

Bestuur K.v.v. Quick Boys

Geef een antwoord