Woensdag 25 november 2020, de dag waarna de voetbalwereld voor altijd anders zal zijn. Diego Armando Maradona, een van de grootste en zo niet de allergrootste voetballer ooit, is niet meer onder ons. De voetbalwereld is zijn aanvoerder kwijt, zoals die andere legende Willem van Hanegem het zo mooi wist te verwoorden. Slechts 60 jaar is hij geworden. Vanaf nu begint het moment dat de legende gaat toewerken naar de status van mythe. Ondanks dat hij er niet meer is, leeft hij voor altijd voort in de harten van vele voetballiefhebbers.
De hele (voetbal)wereld is in rouw en herdenkt Maradona. In Argentinië zijn drie dagen van nationale rouw aangekondigd en de plannen om een stadion naar hem te vernoemen komen in een stroomversnelling. Voor even is corona naar de achtergrond verdwenen in het wereldnieuws en is het virus even bijzaak. De belangrijkste bijzaak in ons leven, het voetbal, is eindelijk voor nu weer even de absolute hoofdzaak. Ons voetbal staat weer in het middelpunt en dat geeft een positieve vibe. Genoeg reden om mij hier eens wat nader in te verdiepen en een mooi raakvlak te zoeken met die andere mooie legende in de duinen, het bijna mythische Quick Boys. Maar daarover later meer.
Mijn eerste echte herinnering aan Pluisje is er één uit het jaar 1994, het WK voetbal in Amerika. Na de goal tegen Griekenland rent Maradona naar de camera om heel de wereld zijn gezicht te laten zien. Niet het doelpunt is me bijgebleven, wel de blik in zijn ogen. Daar wordt maar eens te meer de schaduwkant van zijn carrière mee getoond. Een leven van voetbal, maar ook een leven van drank, drugs en vrouwen. Schandalen en arrestaties vormen een rode draad door zijn leven, maar ook beelden van een veel te zware en niet fitte Maradona waar velen een beetje lacherig over doen. Dat laatste in mijn ogen ook veel te vaak vanuit een stuk jaloezie en misgunning. Maar na zijn overlijden zullen gelukkig ook deze beelden snel naar de achtergrond gaan vervagen.
Bij Diego Maradona denk je aan de wereldgoal in de WK-kwartfinale van 1986 in Mexico-Stad. Beginnend op eigen helft met een slalom van ongekende schoonheid, waarbij zes Engelse spelers omvallen alsof ze nooit op de benen hebben gestaan, beslist hij in zijn eentje de wedstrijd. De opmars voor de WK-finale waarin Argentinië na acht jaar opnieuw wereldkampioen wordt. Maar dan zijn we er nog niet, want eerder in diezelfde wedstrijd schrijft Pluisje definitief wereldgeschiedenis. La mano de Dios, de ‘hand van God’, zoals hij dit zelf tot 2005 heeft volgehouden. Met een, naar het lijkt rake kopbal, zet hij Argentinië op voorsprong. Al snel blijkt dit echter groots sportbedrog te zijn en is het feitelijk een ordinaire handsbal. Met de VAR was dit nooit een geldig doelpunt geweest en was het maar de vraag of Argentinië de finale had gehaald. En of de naam en faam van Maradona daarmee ooit zo groot was geworden. Het was wel beslissend en uiteindelijk ook de basis voor een nieuwe wereldtitel. Jaren later lijkt het hem vergeven in Engeland, want ook daar is het respect en het eerbetoon voor deze grootse voetballer groot na zijn overlijden.
Het avontuur van de jonge Maradona begint in La Bombonera, het machtige en imposante stadion van Boca Juniors. Voor het gemak maar even het Nieuw Zuid van Argentinië te noemen. Het is niet voor niets dat in een recent boek van SANTOS beide stadions bijna in één zin worden genoemd. Al snel maakt hij indruk en grote transfers, waaronder naar Napoli, dat hij bijna zelfstandig aan de top van het voetbal brengt. En overal is hij een cultheld, gehaat en geliefd tegelijk. Maradona is niet meer, zelfs de grootste haters zullen wel even geslikt hebben bij dit droevige bericht.
Maar het brengt ook wat moois. Eens te meer blijkt maar weer dat voetbal verbroederd, corona even vergeten kan worden en mensen steun bij elkaar zoeken en massaal in het blauw-wit de straat op gaan. Dat laatste is natuurlijk een fantastisch gezicht en daar kunnen we met z’n allen geen genoeg van krijgen. Ook het meewarige uitlachen van de laatste jaren van Maradona is voor ons Quick Boyzers niet vreemd. Hoe vaak zijn wij niet uitgelachen dat wij nog geen Tweede Divisie speelden? Hoe vaak zijn we niet aangesproken door supporters van andere clubs die beter op de hoogte waren van de uitslag van Quick Boys dan van hun eigen club? Ik houd me dan maar vast aan het beeld van Maradona: alleen de allergrootsten zijn interessant genoeg en worden op die manier bejegend.
En dan te bedenken dat deze held in het blauw-wit heeft gestraald, zoals alle helden in het blauw-wit spelen. Ook wij mogen trots zijn op onze eigen blauw-witte helden, niet alleen op het veld, maar ook juist daaromheen en achter de schermen. Juist die stille krachten die samen onze club zo mooi en bijzonder maken. Dat zijn de echte blauw-witte helden, minimaal van het kaliber Maradona. Daar kunnen we alleen maar supertrots op zijn. We moeten nog even volhouden, elkaar blijven steunen, en dan hopelijk snel weer in ons eigen La Bombanera met publiek spelen. Definitief niet meer met Pluisje als winteraankoop, al had hij niet misstaan bij Quick Boys en voelt het misschien zelfs wel voor hem dat zijn carrière niet compleet is, omdat hij nooit voor Kwiebois heeft gespeeld.
Dit delen:
- Klik om te delen met Twitter (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om op Pinterest te delen (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend)