Jan Zoutman over de voorbereiding tot nog toe
De voorbereiding van Quick Boys is alweer drie weken op gang. Vorige week stond de eerste oefenwedstrijd op het programma tegen AFC (1-1), morgen gaan de blauwwitten op bezoek bij Koninklijke HFC uit Haarlem. Met trainer Jan Zoutman bespreken we de voorbereiding tot nog toe en het ‘nieuwe’ Quick Boys wat de komende weken verder vorm moet gaan krijgen: “We streven naar een spelwijze met wat meer variatie en beweging.”
Na enkele weken vakantie op Bali begon Quick Boys 1 op maandag 10 juli met frisse moed aan het nieuwe seizoen. Trainer Jan Zoutman is tevreden over de eerste weken: “Je merkt dat er zowel in de spelersgroep als staf weer een frisse wind waait. Met name bij de spelersgroep was dat denk ik ook nodig. Als je een tegenvallend seizoen hebt, dan is het goed om door te selecteren. Qua sfeer en eenheid in de selectie was het ook geen topseizoen. In mijn eerste seizoen hier (2015-2016, red.) werden we kampioen met een reeks van 17 ongeslagen wedstrijden. Dat is hartstikke leuk en daar moet je ook van genieten, want zo vaak gebeurt dat niet. Maar vorig seizoen hebben we de karakters van de spelers eigenlijk pas wat beter leren kennen. Dat ging soms goed, maar viel bij sommige spelers ook tegen. Daarnaast waren er spelers die het kwalitatief moeilijker kregen in de Derde Divisie. Door het vertrek en de komst van een aantal spelers is er weer nieuw elan.”
Tegen AFC speelde Quick Boys in de eerste en tweede helft in wisselende samenstelling, iets wat ook morgen tegen Koninklijke HFC het geval zal zijn: “Na morgen gaan we jongens wel langer laten voetballen en meer richting een vaste samenstelling werken.”
Zoutman zag in de wedstrijd tegen AFC verschil tussen de eerste en laatste 45 minuten. “In de eerste helft speelden we een ander systeem dan de tweede helft. In de eerste helft vond ik het iets minder creatief en frivool, maar stond de organisatie wel heel goed. Gemiddeld genomen speelden er in de tweede helft wat jongere jongens. Dat zag er fris en vrij uit. Wel zag je dat in de loop van de tweede helft de vermoeidheid een beetje toesloeg. Voor jongere spelers was dat tempo iets moeilijker vol te houden. Maar daar hebben we de voorbereiding ook voor: spelers die steeds fitter raken zonder zich te blesseren en experimenteren met de speelwijze. We zijn bijvoorbeeld met wat variaties met twee spitsen aan het oefenen, om te kijken wat het beste bij de ploeg past. In het tweede gedeelte van de voorbereiding moeten we proberen daar verder stappen in te zetten en zaken erin proberen te slijten.”
Vasthouden aan een bepaald systeem doet Zoutman gezien het experimenteren dan ook niet. “Ik denk dat dat het meest logisch is. Ik zeg ook tegen de spelers: een systeem is een mooie naam, maar het is eigenlijk nog veel mooier als de tegenstander helemaal niet herkent in wat voor systeem je speelt. Dan ben je lastig te ontleden en te analyseren en misschien wel veel moeilijker te verdedigen. Natuurlijk heb je een bepaalde veldbezetting nodig, waarbij het met name verdedigend moet staan, maar aanvallend houd ik er ook wel van dat er wat vrijheid is. Dat geldt met name voorin en op de helft van de tegenstander. Het is prettig als je daar niet al te voorspelbaar bent. We streven naar een speelwijze met wat meer variatie en beweging. Gezien de spelers die we hebben zou dat heel goed een systeem met twee spitsen kunnen worden.”
Eén van de nieuwe spelers die voor wat meer beweging moet zorgen is Madjer Lukoki. De aanvaller oogstte tegen AFC al snel applaus vanaf de tribunes. “Madjer is een speler die bijvoorbeeld in drie spitsen vanaf links kan spelen, of bij twee spitsen als een van de twee centrale, zowel links als rechts. Voor Reda Kharchouch geldt hetzelfde: die kan als ‘tien’ of als een van de twee spitsen spelen. En stel dat je toch met twee buitenspelers wilt spelen, dan kan hij ook daar links of rechts uit de voeten. Er zijn nu dus wat meer mogelijkheden voorin, dat is alleen maar prettig.”
In het slotinterview na afloop van het voorbije seizoen gaf Zoutman aan dat Quick Boys nog bezig was met diverse versterkingen, die er de afgelopen tijd ook kwamen. De selectie is daarmee zo goed als rond. “Maar het is geen geheim dat we in principe nog naar een middenvelder zoeken, hoewel ook andere jongens de kans krijgen zolang er niemand bijkomt. Misschien zit er wel iemand bij die het heel goed doet en halen we geen nieuwe middenvelder meer. De andere plekken in de verdediging, aanval en ook de staf zijn ingevuld. Op een eventuele versterking voor het middenveld na is de selectie wat mij betreft dus wel compleet.”
Tijdens het slotinterview sprak Zoutman ook over een eventuele tweede assistent. Die kwam er niet, of toch eigenlijk ook weer wel: “Met Laurens Mouter is er een ervaren assistent gekomen. Jan Nederburgh is de nieuwe keeperstrainer, maar is eerder ook teamtrainer geweest bij AZ. Een ‘keeperstrainer Plus’ om ‘m zo maar te noemen. En daarnaast krijgen we er natuurlijk nog een interessante stagiair bij in de persoon van Dirk Kuijt, die binnenkort zal aansluiten. Met zijn schat aan ervaring zal hij ongetwijfeld een hoop nuttige en praktische tips hebben voor veel spelers. Aan de andere kant gaan wij hem helpen om zijn trainersdiploma te halen. Ondanks zijn vakantie spreken we elkaar regelmatig en houdt hij alles al strak bij.”
Zoals eerder benoemd zit Zoutman nog in de experimenterende fase. Een van de keuzes waar de trainer voor staat, is die van de positie van eerste keeper. Met Jesper Hogedoorn is er een geroutineerde doelman bijgekomen in de selectie, waar Martijn de Zwart de afgelopen seizoenen de vaste doelbewaker was. “Er gaat een vaste, eerste keeper komen. Net als bij de spelers hebben ook keepers recht op duidelijkheid. De keuze die daarin gemaakt wordt is nooit voor één wedstrijd, tenzij er hele gekke dingen gebeuren. In principe krijgt de keeper waar we mee gaan starten ook het vertrouwen, maar aan de andere kant moeten ook zij presteren, net als de spelers. Het gaat in ieder geval een strijd worden die op details wordt beslist. Daarover gaan we een beslissing nemen, maar dat is in deze fase van de voorbereiding nog te vroeg.”