Maak kennis met Marlon Kruis

Ook deze nieuwe aanwinst stelt zich voor aan de blauw-witte aanhang
(foto rechts: Gerrit Schellevis – website Voorschoten’97)

De komst van Marlon Kruis werd enige tijd geleden op de website aangekondigd. Desgevraagd heeft de verdediger medewerking verleend aan een vraaggesprek. De supporters krijgen nu de mogelijkheid om iets meer te weten te komen over deze nieuwe aanwinst. 

Marlon, welkom bij de club. Voor de mensen die jou nog niet kennen: wie is Marlon Kruis en wat doe je zoal in het dagelijks leven?
“Marlon Kruis is een enthousiaste, 28-jarige, geboren en getogen Hagenaar. Op 12 december 2008 ben ik getrouwd met een Drentse schone, Erna. Samen wonen wij in een knus appartementje in het Haagse Mariahoeve.
In het dagelijks leven was ik tot voor kort werkzaam in de ICT, de wereld van computers, internet en websites. Mijn laatste werkgever was de Telegraaf Media Groep in Amsterdam. Daar was ik werkzaam in de mediabranche. Na vijf jaar ben ik erachter gekomen dat deze computerwereld niet voor mij bestemd is. Ik ga daarom dan ook een switch maken naar een branche welke mij veel meer aan het hart gaat: het werken met jongeren en gehandicapten.
Buiten mijn grootste hobby voetbal ben ik gek op lezen, ga ik graag weg met vrienden en ben ik geregeld in een pretpark nabij Parijs te vinden.”

Jij komt over van Voorschoten’97 en hebt in een verder verleden profvoetbal gespeeld bij ADO Den Haag. Hoe ziet jouw carriere er verder uit?
“Quick Boys zal mijn vierde club worden. Ik was acht jaar toen ik begon met voetballen bij RVC Rijswijk. De keuze om te gaan spelen bij de club met het shirt in de Milanese kleuren werd beïnvloed door mijn grote neef Berry Charité die al bij RVC Rijswijk voetbalde. Gesteund door onze grootste fan, opa Charité, speelden we met veel plezier in Rijswijk. Bij deze club speelde ik onder andere samen met oud-Quick Boyzer Nino Furfaro en Heracles Almelo-spits Ricky van den Bergh. Na vier jaar werd ik gescout door ADO Den Haag, dat toen nog FC Den Haag heette. In Den Haag heb ik tot en met mijn drieëntwintigste gevoetbald.
Destijds had FC Den Haag slechts twee jeugdelftallen en zaten deze A- en B-jeugdselecties gewoon bij de profs in het Zuiderparkstadion. Nadat ik de jeugdopleiding had doorlopen, kreeg ik mijn eerste contractje. Dit betrof een contract op amateurbasis. In mijn eerste jaar heb ik voornamelijk in het tweede elftal gespeeld. Ik maakte echter een dusdanig goede indruk dat ik aan het einde van het seizoen voor twee jaar mocht bijtekenen.
In 2001 maakte ik onder trainer Stanley Brard op bezoek bij FC Den Bosch mijn debuut in het eerste elftal. Helaas verloren wij die wedstrijd met 1-0. In de tijd die volgde, speelde ik veel wedstrijden bij de reserves en zat ik op de bank bij duels van de hoofdmacht.
Na een trainingskamp in het Turkse Belek en een goede tweede seizoenshelft die volgde, kon ik voor twee jaar bijtekenen als fullprof onder het trainersduo Rinus Israel en Lex Schoenmaker. Vanaf dat moment begon voor mij de ellende. In mijn eerste jaar als fullprof speelde een liesbreuk mij parten. Een jaar later brak ik mijn enkel in een oefenduel met Westlandia, wat voor mij het einde van het seizoen betekende. Als gevolg van deze blessures kwam ik niet meer in aanmerking voor verlenging van mijn contract. In totaal heb ik tien competitiewedstrijden gespeeld voor ADO Den Haag en drie duels in de nacompetitie. Ik kan terugkijken op een tijd met diepe dalen, maar zeker ook met diverse hoogtepunten, zoals de winst van de periodetitel in 2002 en het spelen van de nacompetitie.
Na mijn periode bij ADO Den Haag koos ik ervoor om mijn carriere voort te zetten bij Voorschoten’97. Ook Mario van Heiningen maakte samen met mij de overstap van de profs naar de amateurs. De keuze voor Voorschoten’97 maakte ik op basis van het gevoel en de warmte die de club mij gaf tijdens de eerste kennismaking. Ik kreeg de tijd en de medewerking om te revalideren na de zware enkeloperatie. In het eerste jaar debuteerde Voorschoten’97 in de hoofdklasse, maar door diverse blessures kon ik nauwelijks een bijdrage leveren gedurende dat seizoen. Met een brok in mijn keel moest ik vanaf de tribune toezien hoe mijn voetbalmaten toch een punt meesleepten van “Nieuw Zuid”. In mijn tweede seizoen bij Voorschoten’97 kende ik meer voorspoed. Ik was eindelijk weer fit, kon mijn beste beentje voorzetten en samen met toenmalig trainer Peter Wubben gaan werken aan onze terugkeer naar de hoofdklasse. Ieder jaar plaatsen we ons voor de nacompetitie, maar telkens wisten we niet te promoveren. Na mijn blessures heb ik nagenoeg alle wedstrijden gespeeld en ben ik uiteindelijk uitgegroeid tot de trotse aanvoerder van de groengelen uit Voorschoten.”

Je speelt bij Voorschoten’97, je bent aanvoerder van het team dat nog altijd een goede kans maakt op promotie naar de Hoofdklasse. Wat heeft jou doen besluiten om voor Quick Boys te kiezen?
“Na vijf mooie jaren werd het tijd om eens ergens anders te kijken. Ik wilde graag in aanmerking komen voor een stapje hoger. Ik ben nu 28 jaar, dus als ik nog iets wil, dan moet het nu gebeuren. En als dan Quick Boys komt…Dat is natuurlijk wel een heel mooie en aantrekkelijke uitdaging! De historie en de ambiance zijn uniek in het amateurvoetbal. Om deel uit te mogen gaan maken van Quick Boys is in één woord geweldig! Mijn gevoel bij de trainer en zijn assistent was direct goed.” 

Ooit ben je benaderd door v.v. Katwijk, de grote rivaal van Quick Boys. Uiteindelijk koos jij voor Voorschoten’97. Waarom heeft een overgang naar Katwijk nooit plaatsgevonden?
“Daar kan ik heel kort over zijn. De warmte die Voorschoten’97 bood in het allereerste gesprek en de plannen van de trainers Peter Wubben en Marcel de Hoogt spraken mij meer aan dan wat Katwijk mij te bieden had.”

Op welke posities ben jij inzetbaar?
“Op 3 of 4 kom ik het beste tot mijn recht. Maar in het belang van het team wil ik ook als rechts- of linksback opereren.” 

Wat zijn jouw sterke en wat zijn jouw minder sterke punten?
“Mijn sterke punten zijn het motiveren en coachen van medespelers, met ruimte in de rug kunnen spelen, mijn werklust en mijn kopkracht. Mijn linkerbeen moet nog wat bijgeschaaft worden en soms wil ik nog weleens teveel hooi op mijn vork nemen voor mijn medespelers.” 

Wat weet jij van Quick Boys? Welke bekende spelers tref je volgend seizoen aan?
“Ik kan helaas niet zeggen dat ik alle feiten ken over Quick Boys. Wat ik wel weet, is dat Dirk Kuijt dé clubicoon is, de club in blauw-witte shirts speelt, Quick Boys bij de top drie van grootste en succesvolste clubs van Nederland hoort, de grootste rivaal v.v. Katwijk is, de supporters fantastisch fanatiek zijn, Quick Boys in 2004 voor de laatste keer algeheel amateurkampioen is geworden en dat NAC Breda vorig seizoen heel veel moeite had op “Nieuw Zuid”.
Bij ADO Den Haag heb ik een behoorlijke tijd met Maarten Bak gespeeld. Ook Marcel Pronk ken ik goed, maar hij vertrekt. Verder heb ik bij Voorschoten’97 samengespeeld met de broer van Sander van der Horst, Marcel. De meeste selectiespelers ken ik in ieder geval van naam en sommige ben ik tegenkomen in onderlinge wedstrijden.”  

Wat kan jij aan dit Quick Boys toevoegen?
“Met mijn tomeloze inzet, passie en coaching hoop ik mijn bijdrage te kunnen leveren aan de achterste linie van Quick Boys. Het is mijn doel om het elftal als een geheel te laten opereren en samen te laten knokken voor de overwinning. Verder wil ik buiten het veld zorgen voor gezelligheid, een lolletje en betrokkenheid tonen naar de mensen om het elftal heen.”

Wat wil je met Quick Boys bereiken?
“Misschien klinkt het als een cliché, maar ik ben van mening dat een club van het kaliber Quick Boys altijd voor de titel moet gaan. Met mijn gehele hart en ziel wil ik dat gaan bereiken.”

Geef een antwoord