Interview Gert Aandewiel – terug op de velden
Na bijna drie jaar stopte Gert Aandewiel deze zomer als Technisch Manager van Quick Boys. Hij zal deel gaan uitmaken van de nog te vormen Technische Commissie en volgt Arjen van der Werf op als hoofd van de Dirk Kuyt Voetbalschool. We spraken met Gert onder meer over de afgelopen jaren, zijn nieuwe takenpakket en de selectie voor het aankomende seizoen.
Zoals er eigenlijk altijd wel wat gebeurt bij Quick Boys, was dat de afgelopen drie jaar niet anders. Na afloop van het seizoen 2014-2015 werd hoofdtrainer Ted Verdonkschot vervangen door Jan Zoutman. Onder leiding van Zoutman werd in 2016 het kampioenschap behaald in de Hoofdklasse B. Het afgelopen seizoen in de Derde Divisie verliep ietwat teleurstellend met uiteindelijk een elfde plaats. Voormalig speler en trainer Gert Aandewiel werd in oktober 2014 aangesteld als Technisch Manager en kon direct aan de bak. “Het eerste jaar heb ik voornamelijk gebruikt om te verkennen. Al snel na mijn start moesten beslissingen worden genomen over het al dan niet doorgaan met de staf en spelers. Ik vond dat er een cultuur was ontstaan die niet meer helemaal bij Quick Boys paste. Dit zorgde ervoor dat we een nieuwe technische staf zijn gaan vormen, waarmee we direct kampioen werden. In dat kampioensjaar besloten we het basiselftal zoveel mogelijk bij elkaar te houden. Hiermee creëerden we rust in de tent richting de ontknoping van de competitie. Bovendien wilden we het kampioenselftal de kans geven zich te laten zien in de Derde Divisie. Misschien hadden we eerder moeten doorselecteren, maar zoals gezegd wilden we tijdens het seizoen de volle focus houden op de kampioensrace. Mijn ervaring is dat spelers meestal minder gaan spelen wanneer duidelijk is dat ze geen contractverlenging krijgen. Uiteindelijk werden we met twee punten meer dan Noordwijk kampioen. We hoefden dus maar een keer te struikelen… Ik sta dan ook achter de manier hoe we het hebben gedaan.”
Dit seizoen veranderde er wel een en ander in de selectie. Een aantal jongens uit het kampioenselftal vertrok en werd vervangen door ander type spelers. “We hebben er bepaalde karakters bijgehaald. Dit jaar willen we gewoon weer meedoen om het kampioenschap, daarvoor waren wijzigingen noodzakelijk. De doelstelling voor het nieuwe seizoen om mee te doen om de bovenste plaatsen hoort mijns inziens ook bij Quick Boys.”
Het was voor Aandewiel de afgelopen jaren niet altijd even makkelijk om spelers naar Quick Boys te halen. “Ik weet hoe groot Quick Boys is, en dat weten heel veel mensen in voetballend Nederland, maar onderaan de streep gebeurt het toch vaak dat een speler niet wil komen. Dat heeft met meerdere factoren te maken. We spelen niet op het hoogste amateurniveau, dat kan spelers tegenhouden om hier te komen. Maar ook elders meer kunnen verdienen of de afstand zijn belemmeringen voor spelers. En: spelers die het niet aandurven om voor Quick Boys te voetballen. Er zijn genoeg spelers geweest die na een mindere periode bij Quick Boys elders excelleerden. Het verwachtingspatroon en de druk zijn hier toch wat hoger. Daar hebben we wel op proberen te letten bij het samenstellen van de huidige selectie. Zekerheid heb je echter nooit. Je weet immers pas wat er in een sinaasappel zit als je ‘m uitknijpt.”
Buiten de personele veranderingen experimenteerde trainer Jan Zoutman gedurende de voorbereiding met een nieuwe manier van spelen. Ook Aandewiel denkt hierin mee. “Maar natuurlijk bepaalt de trainer de manier van spelen en de opstelling. Die vrijheid moet een trainer ook hebben om te kunnen functioneren. Uiteindelijk is hij verantwoordelijk voor de resultaten van het eerste elftal. Met deze selectie kan de trainer meerdere kanten op. We hebben spelers die zowel in een driespitsen- als in een tweespitsensysteem uit de voeten kunnen. Als Quick Boys willen we vooral dominant spelen, dat kan in meerdere systemen. In het tegenwoordige voetbal moet je niet teveel aan één systeem vastzitten. Alles wordt geanalyseerd, waardoor je makkelijk kan worden aangepakt door de tegenstander als je niet kan variëren. Hoe beter je verschillende systemen leert beheersen, des te effectiever zou het kunnen zijn. In de opleiding leiden we op voor een driespitsensysteem, maar voor Jan gaat het erom op welke manier de meeste wedstrijden gewonnen kunnen worden om daarmee een zo groot mogelijke kans te maken op promotie. Dat is wat anders dan de jeugdopleiding, waar het gaat om de ontwikkeling van spelers.”
Een van de zaken waar Aandewiel zich de afgelopen jaren hard voor heeft gemaakt, is het inpassen van meer eigen jeugd in de selectie. “Zoiets gaat niet van de ene op de andere dag, het is een kwestie van tijd. Iedereen kan wel zien dat de verandering bezig is. In de bekerwedstrijd tegen DVS’33 Ermelo stonden er zes jongens uit eigen jeugd in het team. Het speelt ook mee dat deze trainer het aandurft om jonge spelers een kans te geven. De afgelopen jaren zijn we wat mij betreft een goede weg ingeslagen.”
Dat zijn takenpakket deze zomer is gewijzigd, noemt Aandewiel een logisch besluit. “Na bijna drie jaar hebben we gemerkt dat ik niet aan alle werkzaamheden toekom die we voor ogen hadden. Dat zit ‘m in de combinatie van de jeugdopleiding en senioren. Je kan uiteindelijk maar op een plek tegelijk zijn. De prioriteit komt dan toch vaak te liggen bij het eerste elftal en alles wat daarbij hoort. Je praat over het al dan niet verlengen van contracten, gesprekken met huidige spelers en staf, het aantrekken van spelers, sollicitatieprocedures, etc. Het is een te breed pakket voor één persoon. De eerste stap die we hebben gezet was in het voorjaar, toen Yuri Guijt begon als Technisch Manager voor Quick Boys 2+3. De werkzaamheden rond het eerste elftal gaan we verdelen onder meerdere mensen in de Technische Commissie, waar in ieder geval bestuurslid Cees Haasnoot en ik zitting in hebben. Cees kan alles richting het bestuur of vanuit het bestuur richting de commissie ventileren en ik breng kennis van de afgelopen jaren mee.”
Vanaf dit seizoen zal Aandewiel dan ook veel meer op het veld te vinden zijn. Maar wat gaat hij daar precies doen? “Een paar jaar geleden heb ik een aantal facetten geïntroduceerd in de jeugd die ik belangrijk vond. Eén daarvan was de fysieke ontwikkeling van spelers, zodat het gat tussen senioren en junioren op fysiek gebied kleiner zou worden. Zo wordt er vaker getraind op hele velden, wat eerder niet zo was. Ook is er de afgelopen jaren gewerkt aan een nieuwe manier van spelen, waar ook de trainers in zijn opgeleid. Na de afgelopen jaren is het belangrijk om te kijken waar we nu precies staan en waar nodig bij te sturen. Ik zal alle selectieteams gaan volgen, of het nou Onder 19 of Onder 8 is, waarbij ik de hele cyclus volg rond een wedstrijd: van de training op donderdag, de wedstrijdbespreking, de rust van de wedstrijd, de nabespreking op maandag… Dit ga ik op toerbeurt doen bij verschillende teams, waarbij ik echt intensief aanwezig ben en de spelers en vooral trainers probeer de coachen. Dáár, op het veld, ligt uiteindelijk mijn hart en passie.”