25 jaar later: trainer Wim van Zwam
In het seizoen 1991-1992 was hij coach van Quick Boys 1: Wim van Zwam (60). Op dat moment stond hij nog aan het begin van zijn trainerscarrière. Later werkte Van Zwam onder meer bij v.v. Katwijk, TOP Oss en de KNVB, waar hij de leiding had over diverse nationale jeugdelftallen. Eind 2015 belandde hij bij de nationale voetbalbond van de Verenigde Staten, waar hij trainers begeleid. Een gesprek met de trainer die bij Quick Boys een uitermate succesvol seizoen meemaakte: “Er zijn zoveel fantastische moment die mij zijn bijgebleven, dat ik ze hier niet allemaal kan noemen.”
Het is alweer 25 jaar geleden, maar hoe kijk je terug op je tijd bij Quick Boys?
“Ik kijk met veel plezier en trots terug op mijn tijd bij Quick Boys. Als trainer heb ik in die periode veel geleerd en ben ik beter te weten gekomen hoe gecompliceerd het trainersvak eigenlijk is. Ik heb vooral geleerd dat je als trainer de kunst van het omgaan met mensen moet beheersen en dat ieder individu verschillend is. Misschien heb ik dát door mijn jaar bij Quick Boys wel het meeste geleerd.
Daarnaast heb ik één van mijn beste vrienden over gehouden aan mijn periode in Katwijk. Ik heb nog steeds contact met Peter van den Beld en dat is mij ook heel veel waard. Verder staat mij de geweldige ondersteuning van de supporters bij. De beelden van alle mensen die het team in Rheden steunden (tijdens de winst van het algeheel amateurkampioenschap), de huldigingen, de fantastische wedstrijd tegen Katwijk (1-0 winst, red.) die voor ons beslissend was richting kampioenschap (met de beslissende goal van Floor van Duyn)… Er zijn zoveel fantastische momenten die mij bijgebleven zijn, dat ik ze hier niet allemaal kan noemen.”
Toen je binnenkwam bij Quick Boys stond de ploeg er uitstekend voor na het kampioenschap en het zaterdagsamateurkampioenschap in 1991. In het jaar erna deden jullie er nog een schepje bovenop, met ook nog het algeheel amateurkampioenschap: de eerste keer dat Quick Boys die veroverde. Had je verwacht het nóg beter te kunnen doen dan je voorganger Arjen van der Werf?
“Na het eerste kampioenschap voor Quick Boys in de top van het zaterdagvoetbal wist ik dat het een moeilijk jaar zou gaan worden. Als trainer van GVVV had ik na beslissingswedstrijden tegen DOVO het kampioenschap verspeeld, na in de winterstop een straatlengte voorgestaan te hebben. Vlak voor de winterstop tekende ik mijn contract bij Quick Boys, wat toen nog niet bovenaan stond in de eerste klasse A. Een paar maanden later kwam ik als de trainer die het kampioenschap gemist had binnen bij de algehele zaterdagkampioen. Je komt dan toch anders binnen. Vanaf het begin wist ik dus dat het een moeilijke klus zou worden om het kunststukje van Arjen te herhalen. Iedereen wilde altijd al van Quick Boys winnen en zeker na het kampioenschap van 1991. Daarnaast is het voor spelers ook vaak lastig om weer die dingen te gaan doen die ervoor gezorgd hebben dat het team kampioen geworden is. Nick Stienstra, Melbi Raboen en Arjen van der Werf hadden echter wel een kampioensteam gebouwd en dat team bleef (op Johan Jonker na) in tact, dus we behoorden zeker tot de favorieten voor de titel.
Het is een seizoen van vallen en opstaan geworden, maar uiteindelijk is het de kunst om altijd weer op te staan nadat je gevallen bent. Om te leren hoe met tegenslag om te gaan, want iedereen weet dat je het meeste kan leren van jouw eigen fouten. Ik denk dat we dat toen uitstekend gedaan hebben en uiteindelijk de terechte kampioen geworden zijn. Een mooie quote van Michael Jordan staat bij mij dan ook hoog op de lijst van quotes die beschrijven wat het vraagt om succes te hebben:
“I’ve missed more than 9000 shots in my career. I’ve lost almost 300 games. Twenty-six times I’ve been trusted to take the game winning shot and missed. I’ve failed over and over and over again in my life. And that is why I succeed.” – Michael Jordan”
Wim van Zwam (met stropdas) viert feest na het behalen van het kampioenschap (Leidsch Dagblad, 4 mei 1992).
Hoe kwam je destijds terecht bij Quick Boys?
“Ik was voor het derde jaar trainer van GVVV in Veenendaal en ik ben door het bestuur gebeld met de vraag of ik geïnteresseerd was in de functie van hoofdtrainer bij Quick Boys en of ik eens wilde komen praten. Dat wilde ik natuurlijk wel, want Quick Boys was (en is) een hele grote naam in het zaterdagvoetbal.”
Je bleef slechts één seizoen bij Quick Boys, waarna je contract ondanks het grote succes niet werd verlengd. Waar had dit mee te maken?
“Eigenlijk heb ik daar al iets over gezegd. Het gaat over het managen van verwachtingen en het leren kennen van elkaar. Misschien ben ik in de eerste maanden wel te veel alleen met het voetbalinhoudelijke bezig geweest en heb ik te weinig tijd besteed aan het intermenselijke. En misschien hebben de nederlagen tegen Katwijk (2-1, red.) en Heerjansdam (3-2, red.) vlak voor de winterstop mee gespeeld. We stonden in ieder geval nog wel steeds bovenaan toen ik te horen kreeg dat mijn contract niet verlengd zou worden.
Het zal wel met een combinatie van factoren te maken hebben gehad, maar ik heb geleerd dat ik vooral moet kijken naar mijn eigen aandeel hierin en dat ik daar lering uit moet trekken. De lessen die ik tijdens mijn eerste verblijf in Katwijk geleerd heb, hebben mij verder geholpen tijdens mijn carrière als trainer en zeker toen ik later in Katwijk terugkeerde als trainer van v.v. Katwijk.”
Welke spelers uit je tijd bij Quick Boys zijn je nog bijgebleven?
“De meeste namen van het kampioensteam kan ik nog zo opnoemen, terwijl ik altijd veel moeite heb met het onthouden van namen. De emoties die je echter samen doorgemaakt hebt zorgen voor een veel diepere band en bij mij voor beelden op mijn netvlies die nooit meer weg zullen gaan. Heel af en toe kom ik nog wel eens mensen tegen. Gert Aandewiel natuurlijk (bij de KNVB), Marco Ruwaard (die woonde in hetzelfde dorp), Frenk van der Kley en Leen van der Plas (trainersbijeenkomsten), Marco Dijkhuizen (een paar keer op een voetbalveld) en Hans van der Plas met wie ik laatst nog contact heb gehad vanwege een reünie.
Wat mij ook bijgebleven is, is het vertrek van Johan Jonker. Die stopte van de een op andere dag om zich aan het geloof te wijden. Ik heb niet met hem kunnen werken – hij stopte al voor het einde van het seizoen ervoor – maar hij was een absolute topper. Ik denk dat we hem toen, zeker in het begin, gemist hebben. Voor zijn beslissing kon ik echter alleen maar respect opbrengen, want het zal geen makkelijke beslissing geweest zijn.”
Je begon er net al over: later werkte je nog voor v.v. Katwijk. Was het moeilijk om na je topseizoen bij Quick Boys op De Krom aan de slag te gaan?
“Nee, dat was voor mij niet moeilijk. Er zat zo’n zeven jaar tussen en zoals al eerder aangegeven, de periode bij Quick Boys heeft mij beter voorbereid op mijn rol als coach bij de v.v. Katwijk. Beide clubs hebben op mij een geweldige indruk achter gelaten, ieder op een eigen manier en met haar eigen cultuur.
Ik heb veel te danken aan beide clubs en heb er eigenlijk ook alleen maar goede herinneringen aan over gehouden, ook al werd bij Quick Boys mijn contract niet verlengd en heb ik bij v.v. Katwijk zelf mijn contract laten ontbinden. Voor mij zijn beide clubs mij even dierbaar, maar vooral de mensen met wie ik bij beide clubs heb kunnen en mogen werken.”
Volg je Quick Boys nog op enige wijze?
Ik volg Quick Boys nog altijd, maar dat is via Teletekst en via de internetpagina’s. Toevallig heb ik net nog een samenvatting gezien van Quick Boys tegen DVS’33 omdat ik Willem Leushuis (trainer DVS’33, red.) goed ken – daar heb ik nog mee gevoetbald – en mijn oudste zoon nu in de JO19 van DVS’33 speelt. Vandaar dat ik wel geïnteresseerd was in de beelden. Daarnaast ken ik Jan Zoutman en Gert Aandewiel ook, dus dan ben je automatisch meer geïnteresseerd.
De laatste keer dat ik op Nieuw Zuid was is volgens mij zo’n drie jaar geleden geweest. Ik coachte toen mijn laatste wedstrijd met van Nederland O19 tegen Spanje. Een mooie wedstrijd tegen een toptegenstander die wij uiteindelijk met 2-1 wonnen, wat nog niet zo vaak gebeurd was tegen een Spaans nationaal team. Daarvoor ben ik nog wel een keer naar trainingen van het Nederlands elftal wezen kijken. Een wedstrijd van het eerste van Quick Boys heb ik al heel lang niet meer live gezien. Dat geldt eigenlijk voor de meeste teams waar ik trainer geweest ben. Ik had gewoon de tijd niet omdat ik zelf een team had, moest scouten voor mijn teams toen ik bij de KNVB werkte of aan iets anders de voorkeur gaf.
Het jaar na mijn seizoen bij Quick Boys heb ik nog wel de belangrijke wedstrijd tussen Katwijk en Quick Boys gezien op een volgepakt sportpark De Krom. Quick Boys won (0-2, red.) maar speelde de week erna gelijk (2-2 tegen ARC, red.) waardoor Katwijk kampioen werd.
Ontlading na de winst op Rheden in de strijd om het algeheel amateurkampioenschap.
In 2002 werd je coach bij de KNVB, waar je ruim dertien jaar werkzaam bleef. Hoe heb je die tijd beleefd? En wat is het mooiste wat je daar hebt meegemaakt?
“Bij de KNVB kwamen veel lijntjes voor mij bij elkaar: het opleiden van coaches, het coachen van de absolute top(jeugd) en het managen van processen. Eigenlijk was het op dat moment voor mij de ideale baan, al moest ik daar het (bijna) iedere dag zelf op het veld staan wel voor opgeven. Dat was eigenlijk de moeilijkste beslissing, maar de uitdagingen waren groter.
Ik heb geleerd om mijn hart te volgen en uitdagingen aan te gaan wanneer ik het gevoel heb dat het tijd wordt voor iets nieuws, tijd om mijn vleugels weer eens uit te slaan. Bij het aanbod dat ik van de KNVB kreeg was dat het geval en gedurende mijn tijd bij de KNVB kwam er eigenlijk steeds wel iets nieuws op mijn pad: een andere leeftijdscategorie om te coachen, de Coach Betaald Voetbal cursus waarbij ik met echt hele grote namen heb mogen en kunnen werken, het scouten voor het nationale team gedurende EK’s en WK’s en het zelf meedoen aan een WK (Onder 20 in Nederland) en EK’s.
Vooral tijdens het WK 2006 in Duitsland, waar ik zo’n twintig wedstrijden heb gezien, moest ik mij wel eens in mijn arm knijpen. Voor mijn werk bezocht ik de mooiste wedstrijden in overvolle stadions. Zo bezocht ik Argentinië – Mexico in Leipzig en Duitsland – Italië in Dortmund, wedstrijden die mij bijgebleven zijn door de passie en de kwaliteit die ten toon gespreid werd. Welke voetballiefhebber wil dat nu niet meemaken?!
Daarnaast heb ik het geluk gehad om daar met bijzonder kundige en plezierige collega’s te kunnen werken, waardoor ik mijzelf als coach weer verder heb kunnen ontwikkelen. Ook de contacten met de BVO’s hebben mij verrijkt en mijn netwerk enorm uitgebreid. Mijn periode bij de KNVB heeft mij veel gebracht en ik kan mij gelukkig prijzen dat ik de kans gekregen heb om daar te werken. De laatste twee jaar had ik echter wel het gevoel dat het tijd werd om weer iets anders te gaan doen.
Een paar jaar daarvoor was ik heel ver om de opvolger van Foppe de Haan bij Ajax Cape Town te worden (Foppe had mij voorgedragen), maar uiteindelijk heb ik dat om privéredenen laten afketsen. Ik had toen echter wel het gevoel dat ik nog een keer in het buitenland wilde gaan werken en uiteindelijk heb ik de KNVB in 2015 ook verlaten voor een baan in Amerika.”
Wat doe je precies in Amerika? En hoe is het om daar te leven?
“Het is voor het voetbal een fantastische tijd om in Amerika te kunnen werken. Politiek is het allemaal minder met Donald Trump als president, maar als je zoals ik fulltime in het voetbal werkt is het een enerverende- en uitdagende tijd. Er gebeurt super veel, de belangstelling groeit en voetbal (soccer) krijgt hier echt voet aan de grond. Er komen ook steeds meer voetbal specifieke stadions en dat is alleen maar goed voor de ontwikkeling van het voetbal. Het gemiddelde toeschouwersaantal ligt bovendien al boven dat van Nederland.
Dit jaar zijn er weer twee nieuwe MLS-clubs bij gekomen (Minnesota en Atlanta) en voor de toekomst zijn er een tiental clubs die ook tot de MLS willen toetreden. Als je weet dat je minimaal 150 miljoen dollar moet meenemen om tot de MLS toe te kunnen treden, dan snap je dat het om veel geld en grote belangen gaat.
Ik werk voor de Amerikaanse voetbalbond (USSF) en mijn belangrijkste rol is het ontwikkelen en leiden van de Pro License, het diploma wat te vergelijken is met het diploma Coach Betaald Voetbal in Nederland / de UEFA Pro in Europa. Die cursus bestond hier nog niet en de bond heeft mensen uit het buitenland ingehuurd om de structuur van de opleidingen te veranderen en de Pro License voor hoofdcoaches, werkzaam op het professionele niveau, te ontwikkelen. Verder zijn alle cursussen in de opleidingspiramide aangepast. Een gigantische klus, maar bijzonder om te doen en ook bijzonder om nu de enthousiaste verhalen van cursisten te horen. Er valt nog voldoende te verbeteren maar we zijn “onderweg”. Ik doe dit werk samen met een Nederlandse collega die de leiding over het proces heeft (Nico Romeijn, ook afkomstig van de KNVB) en een aantal andere collega’s die uit Italië, Frankrijk, Duitsland en Amerika komen. Een prachtig internationaal gezelschap. Overigens is het voormalig hoofd opleidingen van AZ Alkmaar (Aloys Wijnker) ook één van mijn collega’s in Amerika. Daarnaast woon ik ook nog eens in Chicago, wat een prachtige stad is met een bijzondere dynamiek en veel grote sportclubs. Vorig seizoen werden de Cubs nog honkbalkampioen van Amerika, voor het eerst in 108 jaar! De hele stad stond op z’n kop en er waren bij de parade miljoenen mensen op de been. De afsluiting van de tour vond zo’n beetje bij mij voor deur plaats. Ik woon tegenover Grant Park en daar vinden – vooral in de zomer – bijzonder veel festiviteiten plaats. Prachtig om mee te kunnen maken!
Wim van Zwam op de schouders bij Fred Kanbier en Floor van Duyn na de winst van de algehele zaterdagtitel (Leidsch Dagblad, 9 juni 1992).
Terug naar mijn werk. Het afgelopen jaar hebben 13 coaches de Pro License cursus gevolgd. Dit jaar hebben we 17 kandidaten, waaronder de coach van het nationale vrouwenteam, de huidige wereldkampioen. Omdat er nog geen Pro License was hebben we dus ook veel huidige hoofdcoaches van de MLS op de cursus, wat op zich wel heel bijzonder is. In Europa moet je eerst het diploma hebben voordat je als hoofdcoach aan de slag kan. Hier vindt er een inhaalslag plaats. Er ontstaat dan ook een bijzondere dynamiek met veel hoofdcoaches tijdens een centrale bijeenkomst. Samenwerken om er beter van te worden en elkaar tegelijkertijd beconcurreren op het veld. Voor ons een mooie uitdaging.
Kortom, een mooi gezelschap waarbij we iedere coach twee keer een week individueel bezoeken naast drie gezamenlijke bijeenkomsten. Dat vraagt van mij veel reizen, maar dat maakt het alleen maar leuk. Zo ben ik dit jaar al twee keer een week in Los Angeles geweest, een dag of tien in Tucson en ga ik volgende week twee weken op weg richting San Jose, Sacramento en San Francisco. Mooie ervaringen, al zie ik vaak niet meer dan het vliegveld, voetbalveld en hotel. Ik moet zeggen dat de bezoeken erg leuk en leerzaam zijn. Ik leer zelf ook weer heel veel, want de interactie met de coach en zijn staf is geweldig: je wordt aan het einde van de week vaak gezien als een staflid en dat is mooi om mee te maken.”
Klinkt mooi! Ik kan me voorstellen dat je niet meer weg wilt uit Amerika. Of gaan we je in Nederland nog terugzien als trainer?
“Mijn contract hier in Amerika loopt tot november 2018. Gezien mijn privésituatie (vrouw en kinderen in Nederland) zal het daar waarschijnlijk wel bij blijven, hoe leuk en uitdagend het werk ook is. Mocht ik tegen die tijd terugkomen naar Nederland dan zie ik wel wat er op mijn pad komt.
Inmiddels mag ik mij wel een expert noemen in het begeleiden van voetbalcoaches. Voor de KNVB heb ik ook het ‘Coach de Coach’ programma opgezet en ik moet zeggen dat ik daar mij ei wel in kwijt kan. Coaches helpen om zich te ontwikkelen is wel iets waar ik van geniet, maar dat geldt dus ook voor spelers Het lijkt het mij dus ook een prachtige uitdaging om weer een team te gaan trainen. Dat kan een jeugdteam zijn, maar ook een team op tweede / derde divisie niveau. Voorlopig houd ik mij daar nog niet mee bezig, maar als ik terugkom, dan wil ik nog wel wat gaan doen met de kennis die ik de afgelopen 35 jaar in het voetballen opgebouwd heb, in welke hoedanigheid dan ook. Het liefst echter wel dicht bij het veld, want uiteindelijk ligt daar mijn expertise en mijn hart.
De groeten aan iedereen! Nu ga ik snel naar de eerste competitiewedstrijden in de MLS kijken. Ik moet natuurlijk wel op de hoogte blijven!”
Aanvoerder Hans van der Plas houdt trots de beker voor het algeheel amateurkampioen omhoog in het bijzijn van onder meer de selectie, staf en vele supporters.