Column: Winterstop

Winterstop: voor de echte voetbalsupporter een vreselijk woord, waar je nooit naar uitkijkt. Zaterdag is Quick Boys-dag, de dag waar je na de vorige zaterdag om 17.00 uur met smart weer op wacht. Al is dat de afgelopen jaren door corona en de soms onbegrijpelijke en onnavolgbare regels wel totaal anders geworden.

Niet dat dit voor de verstokte Quick Boys-supporter een obstakel is. De winterstop geeft mij altijd ruimte om te relativeren en na te denken wat een Quick Boys-supporter nu eigenlijk is. In al die jaren heb ik zoveel mooie dingen meegemaakt en beleefd. Het Narrenlegioen gaat en staat waar de club moet spelen, niet aflatend, vol passie en beleving. Jong en oud, generatie op generatie. Al jaren achter het doel, met mijn gekke broeders, uit en thuis. In de afgelopen jaren kennis gemaakt met clubmensen die de zaterdag en Quick Boys als religie beleven en met hart en ziel voorop gaan in de steun naar hun club.

Naarmate je ouder en wijzer wordt verlies je het Quick Boys-gevoel niet. Sterker nog, het bijt zich vast in geest en maakt je trots om deel uit te maken van dat Narrenlegioen. De gekke broeders Kooseman, Ronald achter het doel, de Molletjes, Scooby en “paardeluul“ Bruno vormen al jaren het bonte groepje achter het doel. De grote muil van die kale met zijn Tattoos, die Haagse crimineel, zoals ik door de vijfde colonne altijd genoemd werd, is verstomd en heeft plaatsgemaakt voor trots en onaantastbaarheid.

Dat gevoel wat ik ook allemaal heb bij gabber “Hans het spandoek”, mijn voetbalzonen Joost, Danny en Henk, de jongens en nu mannen, getrouwd en kinderen van de befaamde Kamsteeg Groep, maar ook de mannen van de onvergetelijke Trap, de heer Paap waar ik verbaal wel eens een robbertje mee uitvocht en de heer Schoneveld, the three amigo’s Marco, Robbert en Siggest, in gedachte meneer Hoek, de “nettenman“.

Een gevoel van blauwwitte trots, thuiskomen op dat prachtige Nieuw Zuid en weten dat Quick Boys al zoveel jaar in Katwijk en Nederland een bolwerk is van voetbalpracht, beleving en passie. Wie heeft 500 man in een duin staan om met fakkels hun club aan te moedigen? Wie staan er met fakkels om 05.00 uur in de ochtend bij een training en halen landelijk het nieuws? Dat is maar 1 club, die narren uit Katwijk!

Het stopt niet, de nieuwe groep passievolle narrenmeesters staan al klaar en laten van zich horen. Of het nu die rooie donder is met zijn blauwe pruik, mannetje Plug, de zoon van Paul Tweewielers die al een kop groter is dan ik of mijn twee zoons die in ieder geval dat blauwwitte hart en nog iets anders kenmerkends hebben overgenomen van hun “Daddy”, het geeft een voldoening in blauwwitte optimaforma.

De oude garde ziet het gebeuren en weet dat het goed zit, nar zijn heeft iets magisch en let niet op leeftijd, milieu of afkomst. Je beleeft het, je leeft het en je laat zien dat niemand waar en wie dan ook dat prachtgevoel van je afneemt of onze club aanvalt, verbaal of non verbaal.

Zaterdag kwam ik in een supermarkt in Scheveningen, of all places, na heel veel jaren, Remco Torken tegen. Een Quick Boys-begroeting van twee mensen op leeftijd, waar verbazing in een supermarkt plaatsmaakte voor euforie, dat gevoel van voetbalherinneringen die niemand van je afneemt en voldoening. Ook Remco weet het en voelt het, blauw-wit kippenvel. Winterstop? Natuurlijk, maar dat geldt niet voor die trots, dat blauw-witte. Het is en blijft simpel: “same mud, same blood, voor elkaar en met elkaar!”

Eric Jansen
Supporter Quick Boys 1