SERIE | De andere helden van Quick Boys: Fred Kanbier (55)

Sinds enkele weken wordt er niet meer gevoetbald in Nederland. Ook op sportpark Nieuw Zuid liggen de ballen in het hok en is het stil op de velden. Toch is het er voor sommige leden van onze club de afgelopen tijd niet rustiger op geworden: zij zijn op een of andere manier betrokken bij de bestrijding van het coronavirus, of hebben te maken met de gevolgen ervan. In deze serie spreken we met Quick Boyzers voor wie de coronacrisis een grote invloed heeft op hun werkzame leven. Met vandaag: Fred Kanbier (55).

Hoewel hij nog altijd regelmatig bij Quick Boys te vinden is als supporter, heeft Fred zelf ook een mooie geschiedenis als speler bij de club. Begin jaren negentig was de voormalig aanvaller onderdeel van het succeselftal dat twee keer op rij het kampioenschap veroverde. “Ik kwam op mijn 24e over van derdeklasser VV Leiden, waar ik tijdens een toernooi gescout werd door toenmalig Quick Boys-trainer Hans van der Zee. Bij Quick Boys was ik meestal basisspeler in de tijd dat ik er speelde. Door blessureleed stopte ik toen ik een jaar of dertig was. Daarna was ik actief als jeugdtrainer en heb ik nog jarenlang met oud-teamgenoten in Quick Boys 5 gespeeld.”

Hoewel hij inmiddels bij de politie actief is, was Fred in zijn tijd als voetballer postbode in Leiden en Katwijk. “Dat was goed te combineren met het voetballen. Maar als kind wilde ik al bij de politie. In 2007 heb ik eindelijk de stap genomen en mij om laten scholen. Nu werk ik als hoofdagent in Scheveningen en ben ik in de regio Den Haag actief voor de ME. In die hoedanigheid was ik bijvoorbeeld ook bij de wedstrijd tussen Katwijk en Quick Boys dit seizoen. Bij dat soort wedstrijden blijven wij op de achtergrond zolang er geen noodzaak is om op te treden, maar we staan wel paraat wanneer dat nodig is.”

Door het coronavirus zien de werkdagen van Fred er deze weken een stuk anders uit dan normaal. “We hadden al weinig personeel op kantoor, maar nu nog minder. Wel zitten we nog met twee personen in een auto. Dat kán niet anders. Zo moest ik van de week een reanimatie doen, waarbij altijd ondersteuning nodig is. Volgens het nieuwe protocol moeten we nu eigenlijk een heel pak aan voor we aan een reanimatie kunnen beginnen, maar dat werkt gewoon niet. Daarom vragen we of mensen in het buitenland zijn geweest, ziek zijn of koorts hebben. Als daar negatief op wordt geantwoord, kunnen we aan de slag. Als politie zijn we gewend dat waar anderen een stap terug doen, wij naar voren gaan, uiteraard voor zover mogelijk en verantwoord. Zo gaan ook de aanhoudingen wel door waar dat kan. Maar buiten mijn werk blijf ik thuis en mijd ik contact, om de kans op ziekte zo klein mogelijk te houden. Het zou fijn zijn als anderen dat ook doen. Want ja, ook ik heb me afgelopen weekend echt verbaasd over de drukte die ik tegenkwam in Scheveningen en in de andere kustplaatsen. Als je het niet voor jezelf doet, doe het dan voor een ander!”

Geef een antwoord